10 dingen waar je echt van baalt nu de wintersport voorbij is

1. In Nederland heb je geen bergen

Bergen hebben iets magisch en daarom is het ook ontzettend balen dat wij ze in Nederland niet hebben. Thuis heb je geen uitzicht op ruige rotspartijen met een verse laag sneeuw, maar op een groen weiland met dikke regenwolken in de lucht. Zo jammer!

• Heb je ook zo'n fijne wintersport gehad? Laat hier een beoordeling achter ›››

2. Niet meer de hele dag sporten zonder het 'moet-gevoel'

Thuis is sporten niet altijd even fijn. Met tegenzin hijs je jezelf in je sportkleding, baan je je een weg naar de sportschool of begin je aan je hardlooprondje. Op wintersport is dat niet het geval. Hier zet je de wekker zo vroeg mogelijk, sta je als eerste op de piste en ben je ook als laatste weer beneden. De hele dag sporten is op wintersport absoluut geen straf! Ski oefeningen om fit te blijven ›

3. Geen frisse berglucht meer om in te ademen

Terug in Nederland mis je niet alleen de bergen, maar ook de heerlijke frisse en schone berglucht. Iedere hap adem die je in de Alpen neemt, voelt gezond en is keer op keer genieten. Kon je maar terug... Mooie momenten waar iedere wintersporter blij van wordt ›

4. Après-ski muziek klinkt thuis veel minder leuk

Als je op wintersport de eerste klanken van bekende après-ski hits voorbij hoort komen, dan begint het gelijk te kriebelen. Je hebt zin om te dansen en om helemaal los te gaan. Thuis is dat heel anders. Daar luister je bijna geen après-ski muziek. En waarom? Omdat het daar veel minder leuk klinkt.

5. Niet meer onbeperkt Kaiserschmarrn eten zonder je schuldig te voelen

Op wintersport eet je iedere dag Wiener Schnitzels, Kaiserschmarrn, tartiflette, kaasfondue of Tiroler Gröstl. Soms zelfs wel twee keer per dag, want je bent toch de hele dag aan het sporten. In Nederland is dat een heel ander verhaal. Daar komen de salades, ovenschotels en roerbakgerechten weer op tafel. Het gezonde leven gaat weer beginnen en al die vette happen zitten er voorlopig niet in. Deze wintersportgerechten moet je nu allemaal missen ›

6. Niet meer iedere dag op de latten

Veel wintersporters gaan maar één week per jaar op wintersport. Is deze week voorbij, dan kan al het materiaal de kast in en duurt het, ondanks enkele bezoekjes aan een indoor skihal, weer maanden voordat je eindelijk weer in de echte sneeuw op de latten staat. Terug van wintersport: vergeet deze 8 dingen niet te doen ›

7. Geen après-ski of elke dag een borrel

Op wintersport drink je elke dag een biertje, Aperol Spritz, Schnaps of een glas wijn. Gewoon omdat het kan, want het is toch vakantie. Lekker even de après-ski in en proosten op een hele fijne dag op de pistes. Thuis is dat een ander verhaal. Bier en wijn drink je alleen in het weekend en de kroeg bezoek je hooguit één keer per week. Thuis is het leven een stuk serieuzer!

8. Niet meer buiten eten

Op wintersport eet je, als het even mogelijk is, buiten op het terras. Lekker zonder jas genieten van een heerlijke maaltijd en de warme zonnestralen op je lichaam. In Nederland is dat vaak echt uitgesloten. Het is veel te koud, het waait hard of de regen komt met bakken uit de hemel. Ook al is het voorjaar.