Je kent dat wel: het is een uurtje of vier, je bent moe en je wilt in de après-ski nog een drankje doen. Maar ja, je moet nog wel eerst afdalen. En dat doe je samen met heel veel andere wintersporters die precies hetzelfde idee hebben… Aan het einde van de skidag kan de dalafdaling best lastig zijn. Niet zelden verandert een rode piste qua moeilijkheidsgraad dan al snel in een pikzwarte. En mag je blij zijn als je veilig beneden komt. Daarom in dit blog een aantal tips om veilig naar beneden te komen als de dalafdaling lastig is.
Het skiën of snowboarden van een (lastige) dalafdaling
Veel wintersporters doen de dalafdaling maar één keer op een dag, met als enige reden: weer beneden komen. Bijvoorbeeld omdat ie rood, zwart of papperig is, maar ook omdat de hoger gelegen pistes er net even lekkerder bij liggen. Aan het einde van de dag moeten deze skiërs en snowboarders er toch aan geloven en dat terwijl je ook makkelijk de cabine naar beneden kunt nemen. Waarom is een dalafdaling voor de veel mensen misschien wel het grootste struikelblok van de dag? Daar zijn een paar voor de hand liggende verklaringen voor.
Waarom is de dalafdaling vaak rood of zwart?
Ieder gebied wil koste wat kost een dalafdaling hebben. Want als je met de cabine naar beneden moet, maakt dit een wintersportgebied nét wat minder populair. Probleem is dat de helling naar het dal vaak erg steil is. Daarom is een dalafdaling zelden blauw, maar meestal rood en soms zelfs zwart. Dat betekent automatisch een hogere moeilijkheidsgraad. Neem de dalafdaling naar Zell am Ziller: het laatste stuk is diepzwart en absoluut niet geschikt voor de gemiddelde wintersporter. Een vlakkere optie is hier simpelweg niet mogelijk.
Pistes naar het dal zijn smal en bochtig
Omdat er relatief veel hoogtemeters overwonnen moeten worden, zitten er veel bochten in een dalafdaling. Die zijn bovendien niet al te breed. Daardoor draait vrijwel iedereen op dezelfde plek. De vaak ijzige bochten met diepe kuilen zijn een echte partycrasher. Daar komt bij dat de meeste dalafdalingen in de schaduw liggen. Het zicht is dus minder goed, zeker als de zon al achter de bergen is verdwenen.
Sneeuw is slecht vanwege de lage ligging.
Vanwege de relatief lage ligging is de kwaliteit van de sneeuw vaak slecht op de dalafdaling. De temperatuur is meestal hoger dan op de berg, waardoor de piste niet zelden papperig wordt. Dan worden je bochten opeens erg zwaar. Bij lage temperaturen kan de piste juist extreem ijzig worden. Dat heeft twee oorzaken: de kunstsneeuw maakt de piste sowieso harder en de vele afdalers schrapen de toplaag van de piste waardoor de ijzige ondergrond tevoorschijn komt
Te veel mensen gaan tegelijk naar beneden
Kenmerk van een dalafdaling is dat het druk is, vooral aan het einde van de middag. Je probeert je daar niks van aan te trekken, maar in je ooghoeken zie je net iemand jouw richting uit komen…
De snelheidsverschillen tussen skiërs zijn groot
Nergens komen zoveel verschillende skistijlen en bijbehorende snelheden bij elkaar dan tijdens een dalafdaling. Iedereen moet én wil immers naar beneden. De snelheidsduivels zorgen voor onrust bij de mindere afdalers. Beginners en kinderen kunnen een ramp op de piste zijn. Dat leidt niet zelden tot flinke ongelukken
Tips voor een veilige dalafdaling
Tijd voor een aantal handige tips: Zo kom je veilig bendeden aan het einde van de skidag!
- Neem de skilift. Het is echt geen schande om met de cabine naar beneden te gaan als je niet zeker van je zaak bent. Zo voorkom je blessures en creëer je geen angstmomenten die je in je latere wintersportcarrière in de weg gaan zitten. Skiën moet vooral leuk en ontspannen zijn!
- Ski de dalafdaling vroeg op de dag. Maak de dalafdaling eerder op de dag, dan kun je in ieder geval zeggen dat je ‘m gedaan hebt (alleen zeg je er niet bij wanneer 😉). Doe ‘m bij voorkeur direct ’s morgens. Dan is die rode piste opeens weldadig rustig en de sneeuwkwaliteit perfect. En aan het einde van de dag? Tip 1!
- Beperk je snelheid en ski aan de zijkant. Ga je toch later op de middag naar beneden, probeer dan je snelheid te beperken en draai je bochten vooral aan de zijkant van de piste. Dan zit je zo weinig mogelijk mensen in de weg en bovendien is de sneeuw daar vaak nét even beter. Aan het einde van de dag is het midden van de afdaling vaak helemaal kaal geschraapt en aan de zijkant ligt dan nog voldoende sneeuw om op te kunnen draaien.
- Rustig aan. Neem je rust en stop vaker dan normaal, maar wel veilig aan de zijkant van de piste. Behalve dat je dan even op adem kunt komen, geeft dit je ook goed zicht op de piste boven en onder je. Komt er even niemand aan, dan is dát het moment om weer verder af te dalen
- Trek je niks aan van snelheidsduivels. Probeer je zo min mogelijk iets aan trekken van kamikazepiloten en andere supersnelle skiërs. Iemand die achter jou afdaalt, moet altijd rekening houden met jouw bochtenwerk. Concentreer je liever op de piste.
- Drankje na afloop. Trakteer jezelf op een schnaps als je eenmaal beneden bent. Je hebt in ieder geval een stoer verhaal voor in de après ski!
Niet zeker van je zaak? Skiles!
Bang zijn tijdens het skiën is niet fijn, maar je bent absoluut niet de enige. Zie je de dalafdaling als een enorm struikelblok en word je al zenuwachtig bij het idee? Skileraar Ted geeft je in onderstaande video een aantal handige tips tegen ski angst. Wat ook kan helpen is om weer eens een lesje te boeken. Een goede skitechniek maakt dat je veel zekerder van de berg afkomt. Redenen waarom je weer skiles zou moeten nemen ›