Column: Kleine skigebieden zijn straks in het voordeel

De coronacrisis treft de wintersportbranche hard, de schade loopt in de Alpenlanden nu al in de miljarden euro’s. Maar hoe ziet de wintersport er uit als het coronavirus weinig of geen slachtoffers meer maakt? Eén ding is zeker: het is niet erg geloofwaardig om te denken dat we in de skigebieden over een paar maanden weer vrolijk kunnen overgaan tot de orde van de dag. En dus zullen er een aantal beperkende maatregelen van kracht worden voordat de pistes weer open gaan. Laten we eens voorzichtig vooruitkijken naar het komende wintersportseizoen.

Pannenkoekliften

Reken even mee en pak de meetlat erbij. In Oostenrijk moeten mensen verplicht 1 meter afstand van elkaar houden (familieleden niet meegerekend). Het is zeer aannemelijk dat deze maatregel nog een flinke tijd zal blijven gelden, mogelijk nog het hele winterseizoen. Want overheden zullen er alles aan doen om het coronavirus geen tweede kans te geven. En daar zijn jij en ik natuurlijk ook bij gebaat, want eigenlijk willen we zo snel mogelijk onze vrijheid (en onze skipistes) terug.
Een oppervlakkige berekening leert dat kleinere gebieden in het voordeel zullen zijn. Niet alleen komen daar minder bezoekers (dus meer afstand van elkaar), maar ook zijn de liften vaak verouderd. En laat dit nu net een flink voordeel zijn in deze coronaperiode. Pannenkoekliften kunnen bijvoorbeeld 100% van hun capaciteit benutten, omdat er maar één wintersporter naar boven wordt getrokken. Bij ankerliften is dat slechts de helft want anders sta je te dicht bij elkaar. Tenzij je familie bent, maar dat valt nooit te controleren. Datzelfde geldt voor de good old tweepersoons stoeltjesliften: niet meer dan 50% bezetting van de capaciteit.

Cabineliften zijn een probleem

Dan stappen we over naar de modernere gebieden. Bij een zespersoons stoeltjeslift zal de capaciteit voor slechts één derde worden benut en in een achtpersoons lift kunnen hooguit drie mensen. De bezetting van cabineliften wordt helemaal een probleem. De meest moderne liften werken met cabines waar zo’n 25 mensen in kunnen zitten én staan. Daardoor kun je maar heel moeilijk afstand van elkaar houden. Gezien de beperkte ruimte kunnen hier misschien maar vijf wintersporters in (capaciteitsbenutting: 25%). Bij cabines voor 100 mensen of meer is dit probleem nog veel groter, omdat men hier dicht tegen elkaar aan staat. Met een beetje fantasie mogen hier onder de huidige omstandigheden 10 mensen in. Dat is slechts 10% van de capaciteit. Gelukkig zijn moderne liften een stuk sneller dan de oudere modellen, dus dat compenseert het capaciteitsverlies weer enigszins.

Onderzoek: wintersporter heeft vertrouwen in wintersportvakantie 20/21 >

Après-ski en 1 meter afstand

Ook als we ervan uitgaan dat het komende winter iets minder druk is dan in een normaal seizoen, zullen er door het capaciteitsverlies enorme wachtrijen ontstaan bij de dalstations. En dat is dan weer een nieuwe uitdaging voor de exploitanten, want hoe houd je al die mensen op gepaste afstand van elkaar? Dat begint al op de parkeerplaats waar auto’s niet al te dicht naast elkaar mogen staan. De skibus is natuurlijk ook al geen alternatief, want als je mazzel hebt kunnen er maar zo’n 15 mensen in een grote bus. Dus ook hier: wachten. Ook de fysieke kaartverkoop aan de loketten kan gevaar opleveren voor zowel de vakantiegangers als het personeel van de bergbanen.
Maar misschien ligt het allergrootste knelpunt wel bij de horeca, want hoe ga je een bergrestaurant inrichten wanneer iedereen op hetzelfde moment gaat lunchen en naar de wc’s wil? Het is niet voor niets dat grotere skigebieden nu al nadenken over hoe je op een veilige manier de restaurants en de après ski-bars kunt inrichten. Een meter van elkaar blijven op een dansvloer waar het bier rijkelijk vloeit… veel succes!

Mogelijke oplossingen?

Maar blijf toch maar niet hangen in doemdenken, want er kunnen ook maatregelen getroffen worden. Skigebieden kunnen via hun website of via speciale apps met time-slots gaan werken. Zo dien je je in te schrijven voor een dagje skiën, waarbij de skipas alleen digitaal aangeschaft kan worden. Maar ook dan is er slechts ruimte voor een beperkt aantal wintersporters. Als het maximum is bereikt, dan moet je helaas uitwijken naar een ander gebied. Om meer mensen een kans te geven, zou je ook alleen halve dagkaarten kunnen verkopen zodat wintersporters in twee shifts de piste op kunnen gaan. De ochtend- en de middagploeg zeg maar. Om dit aantrekkelijk te maken, moet je die halve dagkaart ook echt voor de helft van de prijs verkopen. In de bergrestaurants is vervolgens alleen sprake van zelfbediening voor –helaas- een beperkt aantal klanten. Wat ook zou helpen is het spreiden van de schoolvakanties. Geef alle ouders met kinderen de kans om de hele winter door een week te gaan skiën. Zo vermijd je de drukte tijdens de voorjaarsvakantie en de Kerst.
Laten we het wintersporten 1.5 noemen. Of liever gezegd 1.0, want in Oostenrijk geldt een verplichte afstand van een meter.