Skitechniek: pisteregels (deel II)

In de vorige video legde Jasper je pisteregel één tot en met vijf uit. In deze video gaan we verder vanaf regel zes. Als we alle tien de regels straks kennen, kunnen we er samen voor zorgen dat de pistes wat veiliger zijn en snappen we de keuzes die we maken. Net als dat je in het verkeer weet dat auto’s die jou van rechts naderen voorrang hebben, weet je straks ook dat je op de piste voorrang verleend aan iedereen die zich onder je bevindt ongeacht eventuele onverwachte manoeuvres.

#6. Stoppen

Tenzij absoluut noodzakelijk, wil je als skiër of snowboarder niet stoppen op een smalle piste of onoverzichtelijke plek. Ga nooit stilstaan op een plek waar je de andere piste gebruikers niet kunt zien aankomen. Als jij hen niet kunt zien kunnen zij ook jou niet zien. Denk hierbij aan het stoppen achter een heuvel, skischans of direct na een bocht: niet doen!

#7. Klimmen of afdalen te voet

Wil je te voet omhoog of omlaag lopen over de piste dan mag dat alleen aan de zijkant. Dat geldt ook voor zogenaamde toerskiërs.

#8. Respecteer borden en markeringen

Als wintersporter moet je de door het skigebied geplaatste borden en markeringen respecteren en je gedrag hierop aanpassen. Is een piste bijvoorbeeld gesloten, ga er dan niet af. Wordt er gevraagd je tempo aan te passen, neem dan gas terug.

#9. Hulp bieden

Zie je een andere piste gebruiker die mogelijk hulp nodig heeft, bijvoorbeeld iemand die gevallen is, dan heb je de plicht om je hulp aan te bieden.

#10. Identificatie

Als snowboarder of skiër ben je verplicht, ongeacht de mate van je betrokkenheid, je te kunnen legitimeren op de piste in het geval van een ongeluk.

In de praktijk

Tijdens het skiën of snowboarden ben je niet alleen op de piste. Denk er dus goed over na dat als je gaat stoppen dat er zich mensen om je heen bevinden en dat als je eenmaal gestopt bent je jezelf of iemand anders niet in gevaar wilt brengen. Moet je noodgedwongen de berg oplopen, omdat je bijvoorbeeld een skistok bent verloren of moet je naar beneden lopen, omdat bijvoorbeeld de binding van je snowboard niet meer goed werkt? Breng jezelf dan niet onnodig in een gevaarlijke situatie en loop aan de zijkant van de piste. Kom je gedurende de dag borden tegen, dan kun je er vanuit gaan dat die er niet voor niks neer zijn gezet. Pas je gedrag aan naar de aanwijzingen van de markeringen, ook als je niet direct het nut er van inziet. Zie je iemand op de piste die zich anders gedraagt dan je zou verwachten, ski er dan voorzichtig heen en bekijk de situatie. Bij twijfel vraag je of je iets voor diegene kunt doen. Ook jij zou het fijn vinden als er hulp werd aangeboden als je dat nodig hebt. En ga je de piste op, neem dan een legitimatiebewijs mee. Niet alleen omdat dat de regel is, maar vooral voor als je zelf ten val komt en er niemand bij je in de buurt is die je kent. Voor hulpdiensten kan het van levensbelang zijn om te weten met wie ze te maken hebben als jij dat zelf niet meer kunt vertellen.

Jasper werkt als Landes-skileraar in Gerlos en is initiatiefnemer van Sneeuwsportleraren.nl