Skip to navigation Skip to main content

Kunstsneeuw niet best voor de natuur

Wat een vreselijk dilemma eigenlijk. Als enthousiast wintersporter geniet je van het buiten zijn, van de bergen en de prachtige natuur. Maar tegelijkertijd wil je dat er voldoende sneeuw op de pistes ligt wanneer jíj net je weekje vakantie hebt geboekt. Dat weten de wintersportgebieden ook en daarom is er kunstsneeuw uitgevonden. Maar deze nepsneeuw is niet al te best voor de natuur...

Aanstampen en chemicaliën

Pistebeheerders ontdekten al tientallen jaren geleden dat je de eerste sneeuw van de winter flink moest aanstampen en daarna het liefst laten bevriezen. Vervolgens hoopten ze dat daar weer voldoende sneeuw op zou vallen die zich vervolgens hecht op de onderlaag. In veel Alpenlanden werden vroeger zelfs chemicaliën gebruikt om de sneeuw in conditie te houden. Je begrijpt natuurlijk wel hoe de Alpenweiden eruit zagen na het seizoen. Gebruik van chemicaliën leidde bovendien tot vervuilde bergbeken. Logisch dus dat dát werd verboden.

Sneeuwkanonnen

Inmiddels zijn we via de ouderwetse, verrijdbare sneeuwkanonnen in een geheel nieuwe ontwikkeling van kunstsneeuw beland. Waterleidingen en kabels voor stroomaanvoer worden tegenwoordig ingegraven waardoor de spuitinstallaties een permanent karakter krijgen. Dat leidt dan weer tot van die lange spuitmonden aan de kant van pistes. In bijna alle wintersportgebieden zie je opeens kunstmatige meertjes verschijnen die voor voldoende wateraanvoer moeten zorgen. Een paar jaar geleden werd een sneeuwmachine van Israëlische makelij in gebruik genomen die al sneeuw spuit bij een temperatuur die hoger is dan tien graden boven nul. Zo kan het seizoen nog eerder starten. En dat is dan weer goed voor de economie die wij wintersporters overigens zelf flink sponsoren. Wij betalen de investeringen voor de kunstsneeuwinstallaties namelijk via duurdere liftpassen en hogere lokale belastingen.

Geen goed nieuws

Voor een kwetsbaar gebied als de Alpen is het toenemend gebruik van kunstsneeuw geen goed nieuws. Het Zwitserse TV-consumentenprogramma Kassensturz becijferde vorige maand dat inmiddels 36% van alle pistes in Zwitserland kunstmatig wordt besneeuwd. Waarna het programma –naast de economische voordelen- vervolgens de milieunadelen van kunstsneeuw opsomde. Zo stijgt het water- en energieverbruik in de wintersportgebieden enorm. Logisch, want de installaties kunnen natuurlijk niet zonder water en stroom. Verder leidt de kunstsneeuw aan het einde van het seizoen in één keer tot heel veel smeltwater (op de natuurlijke manier gaat dit veel geleidelijker). Ook de dierenwereld heeft in toenemende mate last van de sneeuwinstallaties: deze staan namelijk ’s nachts aan en maken daarbij behoorlijk wat lawaai in de normaal stille bergwereld. Dat lawaai leidt ertoe dat er minder ‘wildwissels’ plaatsvinden. Herten, gemzen en andere dieren durven door het lawaai de pistes niet over te steken waardoor ze deels van hun leefgebied worden afgesneden. Op die manier is er minder sprake van een mix van kuddes, waardoor sneller inteelt (= zwakkere dieren) onstaat. En tenslotte: doordat het seizoen door de kunstsneeuw wordt verlengd, krijgen de alpenweiden veel minder kans om zich in voorjaar en zomer te herstellen.

Geitenwollensokken-argumenten?

Ik hoor je (misschien) denken: wat een geitenwollensokken-argumenten. Bedenk dan dat ze uit de mond komen van deskundigen die er niet op uit zijn ons het wintersporten onmogelijk te maken. Hun stelling is: waarom kunnen we niet gewoon accepteren dat de natuur ons de ene winter een heleboel sneeuw bezorgt en de andere winter helaas niet? Van mij persoonlijk mag de ontwikkeling van kunstsneeuw stoppen, nu ruim een derde van de pistes kunstmatig wordt besneeuwd. Maar daarvoor heb ik een heel ander argument: ik krijg beslist geen goed gevoel bij een afdaling op een streepje wit temidden van een verder groen landschap. Bovendien vind ik de kunstsneeuw minder lekker skiën en zijn installaties een vorm van horizonvervuiling.

Graag jullie mening!

Profielfoto Kees

Over Kees

Skiën is voor Kees als een tweede leven. In het normale leven is hij geen snelheidsduivel, maar op de piste…Hij gaat meerdere keren per jaar naar de bergen. Zijn favoriete skigebieden liggen vooral in Zwitserland.