Skip to navigation Skip to main content

Hoeveel toerisme kunnen de bergen nog aan?

De zomermaanden staan in veel skigebieden in het teken van het ontwikkelen van de faciliteiten. Er worden onder andere extra liften aangelegd, restaurants verbouwd en nieuwe pistenbully’s aangeschaft. Ook op het gebied van kunstsneeuw wordt er iedere zomer veel geïnvesteerd. Onlangs was er een ARD-documentaire op televisie waarin de vraag werd gesteld of het niet allemaal een keer genoeg is. In sommige skigebieden lijkt het alsmaar meer, groter, hoger, sneller en uitgebreider te moeten worden. Is dit wel goed voor de bergen en wat heeft dit voor gevolgen? In dit weblog nemen we de standpunten van de skigebieden en natuurbeschermers onder de loep.

Van ingeslapen bergdorp naar bruisende hotspot

De documentaire start met beelden vanuit Ischgl. Deze levendige wintersport hotspot was ooit een klein en arm bergdorpje. Inmiddels is het dorp uitgegroeid tot meer dan een doorsnee wintersportbestemming. Overal waar je kijkt zijn skiliften en er is zelfs een ondergronds tunnelsysteem met roltrappen. De pistes zijn van vroeg in de winter tot diep in het voorjaar perfect geprepareerd en er worden grote bedragen in kunstsneeuw geïnvesteerd. Het is moeilijk voor te stellen dat Ischgl vroeger een ingeslapen bergdorpje was. Natuurbeschermers zoals Reinhold Messner zien hierin grote problemen, zoals in de ARD-documentaire wordt uitgelegd.

Standpunt van de skigebieden

Wintersporters willen ieder jaar nieuwe faciliteiten en voorzieningen, zeggen de verantwoordelijken in Ischgl. Liften worden vernieuwd of aangelegd en op de evenementenkalender moeten aansprekende events staan. Gasten komen niet naar Ischgl voor de wilde, ongerepte natuur zegt hoteleigenaar Günther Aloys, die in het verleden al meer spectaculaire plannen met Ischgl had. Alles moet zo comfortabel en modern mogelijk zijn.

Standpunt van de natuurbeschermers

Bergbeklimmer Reinhold Messner ziet een grote kloof tussen alpinisme en toerisme. Als bergbeklimmer kost het de nodige moeite om een berg te beklimmen. Je voelt je nietig in het indrukwekkende landschap, terwijl je de top probeert te bereiken. Tijdens het skiën op de piste is de ervaring compleet anders. Je hoeft immers geen inspanning te leveren om aan je volgende afdaling te kunnen beginnen. Wintersporttoerisme is hierdoor een stuk oppervlakkiger. Natuurliefhebbers hebben niks met de grootheidswaanzin van skigebieden als Sölden en Ischgl. Er blijft niks oorspronkelijks meer over en alles draait alleen maar om zo veel mogelijk geld verdienen.

Balans tussen toerisme en natuur

De ontwikkeling van steeds meer voorzieningen en faciliteiten, omdat de gasten dit verlangen, kan niet meer worden teruggedraaid volgens de documentaire. Maar de laatste jaren is er ook een andere trend gaande. Er zijn ook dorpen die zich volledig overgeven aan de natuur en bewust omgaan met het milieu en de omgeving. Omdat het op deze plekken vaak stil en ongerept is, zijn ze een populaire bestemming onder vakantiegangers die in de zomer en winter verlangen naar ontspanning. Reinhold Messner krijgt het laatste woord in de ARD-documentaire, hij hoopt dat meer dorpen deze trend volgen en dat men de oorspronkelijke charme van de Alpen niet vergeet.

Moeten skigebieden zich blijven ontwikkelen of zijn deze inmiddels wel groot en modern genoeg? Laat een reactie achter!

Thijs Winter

Over Thijs

Tijdens de wintersport staat Thijs het liefst ’s ochtends als eerste bij de lift en komt hij als laatste weer beneden. Tussendoor is er altijd tijd voor een goede Apfelstrudel of Schnitzel. Ook de après-ski slaat hij niet over.