Skip to navigation Skip to main content

De verschillende sneeuwcondities die je op wintersport kunt tegenkomen

Papsneeuw, poeder en ijs... Je hebt zo veel verschillende soorten sneeuw. De Inuit (Eskimo’s) hebben voor elke soort sneeuw een andere naam. Wij niet echt. Maar hé, in Nederland is het dan ook vaak papsneeuw, grijze smurrie en snel weer weg. In de Alpen zijn er nog veel meer soorten sneeuw. Is het koud of is het warm? Waait het of niet? Valt de sneeuw vers op de piste of is het al even geleden? Het maakt allemaal uit hoe de sneeuw er op dat moment aan toe is. Zelfs als die piste in de ochtend geweldig is, is het een uur later soms al één grote ellende. Welke verschillende sneeuwcondities zijn er?

Sneeuwstress: ligt er wel genoeg sneeuw op mijn wintersportbestemming?

Ben jij zo iemand die met Kerst gaat skiën? Dan weet je dat je sommige jaren moet opletten waar je naar toe gaat en heb je vast wel eens last gehad van sneeuwstress. Elk weerbericht wordt afgespeurd op het witte goud. Hoeveel sneeuw ligt er en ligt dat er straks ook nog? Als er te weinig op de pistes ligt, komen de bruine of zelfs groene plekken er tussendoor. En die wil je natuurlijk het liefst niet tegenkomen tijdens je wintersport.

Kunstmatige sneeuw

De meeste gebieden hebben sneeuwkanonnen. Daardoor kan je ook skiën als er niet zoveel sneeuw is gevallen. Maar skiet dat nou lekker? Het skiet in ieder geval anders. De sneeuwkorrels zijn kleiner dan bij echte sneeuw. De pistes zijn hard en dat zorgt zo nu en dan voor ongelukken. Vaak zie je alleen een lange witte strook, met daarnaast een groen/bruin weiland. Ski dus vooral niet per ongelijk over de rand! Verse sneeuw is natuurlijk veel fijner, maar kunstsneeuw biedt wel de mogelijkheid om gewoon te kunnen skiën.

Vallende sneeuw

Het meest romantisch is natuurlijk een bui vol verse sneeuw. Grote vlokken die naar beneden dwarrelen. Sneeuw in je haren en op je wimpers. Sneeuw die dan ook op de bomen blijft liggen. Als het maar koud genoeg is, is de sneeuw droog. Je klopt het van je schouder af (of je lief doet dat bij jou) en je kan weer verder. Is het warmer, dan is de sneeuw nat en lang niet zo romantisch. Waarschijnlijk is het ook nog mistig. Snel naar binnen dus.

Zicht of geen zicht

Vallende sneeuw mag romantisch zijn, maar jij wilt natuurlijk wel gewoon skiën. Sneeuwbril op dus. Die zijn er in allerlei soorten en maten, belangrijk is dat ze zorgen dat jij beter zicht hebt, ook bij vallende sneeuw en mist. Is het toch nog moeilijk om iets te zien, dan is het slim om iets lager op de berg te skiën, waar nog bomen staan. Door de bomen heb je beter zicht en kan jij nog lekker door skiën.
Zo kies je de juiste skibril >

Sneeuwidylle: perfecte sneeuw

Een strakblauwe lucht en knisperende sneeuw. Je hoort de kerkklokken slaan, de hoefslagen van de paarden voor de arrenslee knisperen. Genieten dus. Kijk je om je heen ligt de sneeuw mooi op de bomen en overal op de weg. Prachtig wit. Je maakt een sneeuwbal en start een sneeuwgevecht. Is het ietsje kouder, dan blijft die sneeuw helemaal niet plakken. Droog is het dan. En heel koud. Bij sneeuwidylles is de sneeuw op de piste ook te gek om op te skiën.

IJsplaten

IJs- en ijsblauw kan de sneeuw ook worden. Vaak op de piste in de ochtend als het erg koud is. Zie je opeens zo’n blauwe vlek voor je tijdens het skiën, dan weet je wat dat betekent. Een ijsplaat. Glij jij opeens over ijs, probeer dan gewoon door te skiën zoals altijd. Zet je ski’s nog iets scherper op hun zijde. Word je bang (en laten we eerlijk zijn, wie wordt dat niet?) dan ga je juist onderuit. IJsblauw staat mooier bij een ijspaleis! Wist jij dat die snelheidsduivels juist houden van ijs? Bij wereldbekerwedstrijden wordt de sneeuw hard aangestampt, zodat het zo hard mogelijk gaat. Keiharde sneeuw of ijs, daar knallen ze overheen.
Tips voor skiën op een ijzige piste >

Hopen (pap)sneeuw

Pap in de benen en pap in de sneeuw. Wordt het serieus warmer, dan zal de sneeuw smelten tijdens de dag. Op de pistes wordt die zachtere sneeuw alle kanten op geduwd en ontstaan er sneeuwhopen. Hoge buckels die alles vragen van je techniek én van je kracht. Dit ontstaat altijd later op de dag én op de lagere pistes. Ski die dalafdaling dan ook juist in de ochtend en zoek later in de middag de hoger gelegen pistes op. Neem lekker de gondel naar beneden als je geen zin hebt in die papheuvels.

Off-piste sneeuw (poedersneeuw)

Ski jij wel eens naast de piste? Dan weet je dat daar nog veel meer soorten sneeuw te vinden zijn. Poedersneeuw of zelfs Champagne poeder. Dat is waar het om gaat. Heerlijk zacht en puur genieten. Firnsneeuw is ook zo’n fijn type. Dit krijg je in het voorjaar als de sneeuw ’s nachts opvriest. In de ochtend is er dan een half uur dat het eerste laagje poederzacht is, met daaronder een harde laag. Dit is eigenlijk voor iedereen de ideale ‘piste’. Maar het kan ook spoken. Bruchhars! Ooit van gehoord? Eigenlijk precies andersom. Een dun hard laagje en daaronder zachte blubbersneeuw. Bij elke bocht die je maakt breek je door dat laagje heen en lig jij onderuit.

Zo zijn er nog vele soorten meer te bespreken. Op welke sneeuw ski jij het liefst? En heb je daar een bijzondere herinnering aan? Laat het weten.

182 - Winter - Joanne

Over Joanne

Joanne gaat het liefst zo vaak mogelijk naar buiten, de natuur in en het liefst naar de bergen. Qua skiën is ze een laatbloeier, maar ze heeft de 'schade' ruimschoots ingehaald. Inmiddels geeft ze skiles, zodat ze in de winter nog meer in de bergen kan zijn.