Skip to navigation Skip to main content

Liechtenstein? Ja, Liechtenstein!

6407 - Liechtenstein? Ja, Liechtenstein! (1)

 

Als je indruk wilt maken op je omgeving, moet je met droge ogen zeggen dat je in Liechtenstein gaat wintersporten. Standaardreacties: huh, kun je daar skiën dan? Of ga je zwart geld wegbrengen? Logisch dat mensen dat denken, want bij zo’n ministaatje (het op vijf na kleinste land ter wereld) denk je niet bepaald in de eerste plaats aan wintersporten. Als je überhaupt al weet waar het precies ligt…

37.000 inwoners

Maar als je de moeite neemt om de bergen in te gaan, dan zit je echt in de bergen en zouden dit ook de uitzichten in de traditionele Alpenlanden kunnen zijn. Wanneer je, zoals wij, bij Feldkirch (Oostenrijk) de grens oversteekt valt al direct op dat de Zwitserse douane de Liechtensteinse grens bewaakt. En dat is niet de enige overheidsdienst die het land heeft uitbesteed aan de oosterburen. In het land betaal je bovendien met de Zwitserse frank. Liechtenstein is 160 vierkante kilometer groot en telt bijna 37.000 inwoners. Het is in alle opzichten een bijzonder landje dat ingesloten ligt tussen Zwitserland en Oostenrijk. Zo is er sprake van een opvallende geografische tweedeling: verreweg de meeste inwoners wonen in het vlakke westelijke deel waar de Rijn de grens met Zwitserland vormt.

Drie stoeltjesliften

Laten we eerlijk zijn: je gaat niet naar Liechtenstein om daar een hele week door te brengen in een skigebied dat twee sleepliften en drie stoeltjesliften telt. Het skiën is bovendien echt niet anders dan in andere skigebieden en sneeuw blijft sneeuw. Eigenlijk gaat het veel meer om de kick dat je er een keer moet zijn geweest. Wij deden dat half maart door een zaterdag vast te plakken aan onze wintervakantie in het westen van Oostenrijk. Het skigebied van Liechtenstein ligt op een klein uur rijden vanaf Bludenz aan de snelweg naar de Pfändertunnel aan de Bodensee, dus prima te bereiken vanuit bekende skigebieden als St. Anton am Arlberg en Montafon. Als je de grens met Liechtenstein bent gepasseerd, volg je in de hoofdstad Vaduz de bordjes ‘schloss’ en Malbun (de naam van het skigebied). Na een paar scherpe bochten kom je dan bij –inderdaad- het slot van het staatshoofd Alois. Altijd even stoppen voor een snapshot met de Zwitserse Alpen op de achtergrond. Probeer je er eens een voorstelling van te maken dat de hele Liechtensteinse bevolking eens per jaar in de kasteeltuin wordt uitgenodigd voor een biertje met het vorstenhuis (echt waar!).

Haarspeldbochten

Een flink aantal haarspelden en bergdorpjes verder, kom je bij een tunnel waar het verkeer om en om door heen gaat. Eenmaal door de tunnel ben je ineens in een volkomen ander landschap: dít zijn de Alpen. De weg eindigt in Malbun, een plaatsje vol authentieke chaletjes en restaurants met –gelukkig- maar weinig hoogbouw. In het dorp zelf kun je niet parkeren, erbuiten wel. Wij nemen de eerste de beste parkeerplaats en stallen onze auto neus aan neus met de skilift. De liftbediende heet ons direct van harte welkom en vertelt dat er deze week zeker vijf Nederlanders aan zijn loket zijn verschenen.

Skiën op de pistes van Malbun

Via een sleeplift en een brug over de weg kom je bij twee moderne stoeltjesliften die je supersnel naar bijna 1900 meter brengen. Maar omdat Malbun op 1600 meter ligt is het hoogteverschil niet al te groot en ben je relatief snel beneden. Toch kent dit deel van het gebied superveel variatie, met pistes van allerlei niveaus. De zwarte afdaling van Hochegg is het meest uitdagend. Terwijl je daar skiet kun je je best voorstellen dat Liechtenstein een aantal topskiërs heeft voortgebracht. Denk bijvoorbeeld aan Tina Weihrather, op dit moment de meest bekende skiester van het land.
Aan de andere kant van Malbun ligt –precies op de grens met Oostenrijk- het Sareiserjoch (2000 meter). Het bergrestaurant ligt op een prachtige plek, maar het skiën valt hier wat tegen. Eerst moet je een eindeloos pad af voordat je bij wat bredere rode pistes komt. Maar voordat je het weet ski je alweer door de straatjes van Malbun richting de liften.

 

Föhnprogramma

Al met al was het bijzondere ervaring om in het vorstendom te skiën. De prijzen vallen –ondanks de dure frank- heel erg mee. Wij kochten een halve dagkaart voor ongeveer € 27,-. En dan krijg je absoluut waar voor je geld. Maar het is wel opvallend dat op de lokale radiozender L1 steeds opnieuw reclame wordt gemaakt voor een veel groter en uitdagender skigebied aan de andere kant van de grens: Flumserberg in het Zwitserse kanton St. Gallen. En oh ja: Liechtenstein is nogal gevoelig voor föhnwinden, waardoor het er flink kan waaien. Geen nood: wanneer de liften noodgedwongen moeten worden stilgezet, kun je je skipas inruilen voor gratis entreekaartjes voor de verschillende musea in het vorstendom. Er is één voorwaarde: je moet dan wel een meerdaagse skipas hebben gekocht. Mocht je er dit seizoen nog willen skiën, dan moet je opschieten. De liften zijn nog open tot en met Tweede Paasdag, maar de condities zijn nog steeds perfect!

Profielfoto Kees

Over Kees

Skiën is voor Kees als een tweede leven. In het normale leven is hij geen snelheidsduivel, maar op de piste…Hij gaat meerdere keren per jaar naar de bergen. Zijn favoriete skigebieden liggen vooral in Zwitserland.