Wintersporters en hun 'geluksgevoel'

Op woensdag 3 februari viel mijn oog op een wel heel merkwaardig bericht. De titel luidde Wintersport leidt niet altijd tot ‘geluksgevoel’ en het artikel op de website van De Gelderlander beschrijft een aantal resultaten uit het onderzoek van arbeids- en organisatiepsychologe Jessica de Bloom. En die liegen er niet om!

Slechts vijf van de zes wintersporters voelen zich op vakantie even goed of beter dan voor die tijd. Die zesde zit flink te balen, omdat de pistes onbegaanbaar zijn, het voortdurend regent en hij of zij vanwege een vervelende blessure de berg niet op kan. Het zijn schrikbarende conclusies, maar we zijn er nog niet.

Als je op wintersport gaat, zo is gebleken, en je kunt door allerlei omstandigheden de berg niet op, dan leidt dat tot stress en gaat dat ten koste van je geluksgevoel. Dat we het even weten.


Voor we massaal onze skikoffers op marktplaats zetten, ook nog een lichtpuntje: wintersporters zeggen zich gezonder, energieker en minder gespannen te voelen als ze op skivakantie zijn. Dat zal ze op de berg gevraagd zijn, zodat die zesde kniesoor die met zijn poot in het gips het hotelpersoneel zit te stangen niet met zijn gedram de statistieken overhoop haalt.

Dit lichtpuntje wordt echter direct weer om zeep geholpen: voor 40 procent van de voorheen gezonde, energieke en ontspannen geluksvogels, heeft dit gevoel in de eerste week na de vakantie alweer plaatsgemaakt voor de algehele misère van vóór de vakantie.

We kunnen dus stellen, dat er een kans is van zo’n 60 procent, dat wanneer je wintersport ten einde is en de eerstvolgende vakantie verder weg is dan ooit, dat je je dan toch nog beter voelt dan in die voorpretweek voor vertrek. Dus als je die zesde pechvogel bent, dan moet je na een verregend weekje been-omhoog ook nog deze schifting mislopen en dan heb je echt niets aan je vakantie gehad. Dus 0,66 van de 10 wintersporters had beter niet kunnen gaan. Dan kun je het er misschien nog wel een keer op wagen…